13 research outputs found

    Organisatie van geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren : literatuurstudie en internationaal overzicht

    Get PDF
    INTRODUCTIE: In de laatste decennia van de vorige eeuw werden er in de Westerse landen belangrijke hervormingen ingezet in de sector van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). In de GGZ voor volwassenen kwam er geleidelijk een model van “balanced care” (“gebalanceerde zorg”) op de voorgrond: een diversiteit aan diensten biedt de zorg zo kort mogelijk bij de eigen leefwereld van de patiënt aan, en enkel indien nodig in een instelling. Tegelijkertijd moet men ook een vlotte en naadloze overgang van de ene dienst naar de andere garanderen. Geestelijke gezondheidsproblemen bij kinderen en jongeren zijn niet onfrequent. De WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) schat de prevalentie in Westerse landen op ongeveer 20%. Ongeveer 5% zou een klinische tussenkomst nodig hebben. De sector van GGZ voor kinderen en jongeren is pas veel later ontstaan dan deze van de volwassenen, en kent een andere zorgstructuur. Toch dringen de hierboven geschetste hervormingsprincipes ook hier door. Bovendien dient zorg voor kinderen en jongeren vaak over de grenzen van de GGZ sector heen te gebeuren, bijvoorbeeld door de huisarts of kinderarts, en komen veel problemen bij kinderen en jongeren voor het eerst aan het licht buiten de zorgsector, zoals op school. GGZ voor kinderen en jongeren dient dan ook deze zogenaamde “belendende sectoren” mee te betrekken: welzijnswerk, justitie, gehandicaptenzorg, onderwijs. DOELSTELLING: De doelstelling van dit rapport is om kennis bijeen te brengen over organisatorische en financieringsaspecten van GGZ voor kinderen en jongeren, en dit in het licht van de hierboven geschetste context. De specifieke therapie-inhoud blijft buiten beschouwing. Het rapport bestaat uit twee delen: een overzicht van de literatuur en van de organisatie van GGZ voor kinderen en jongeren in België en drie andere landen. Dit rapport formuleert nog geen voorstellen voor de zorgorganisatie in België. Voor dit proces zullen Belgische stakeholders betrokken worden. Het resultaat hiervan zal beschreven worden in een afzonderlijk rapport. METHODE: Zowel voor het literatuuronderzoek als voor het internationale overzicht werd gezocht in databases met peer-reviewed publicaties en in de grijze literatuur. In het literatuuronderzoek werden naast vergelijkend onderzoek ook descriptieve studies en kwalitatief onderzoek geïncludeerd. Voor het internationaal overzicht werd de beschikbare literatuur aangevuld met gegevens van lokale informanten. MODELLEN VAN ZORGORGANISATIE: Dit rapport legt de focus op de meest geciteerde modellen, en die modellen waarvoor er vergelijkend onderzoek gebeurde. De twee meest geciteerde modellen in de literatuur zijn het WGO-model en het Systems of care model. Beide zijn vrij algemeen en vragen verdere uitwerking door het land of de regio die GGZ voor kinderen en jongeren wil implementeren. De meeste vergelijkende studies zijn wel gekenmerkt door talrijke methodologische beperkingen zoals onduidelijke inclusiecriteria, onduidelijke uitkomstmaten of kleine steekproeven. INTERNATIONAAL OVERZICHT: Om redenen van haalbaarheid werd gekozen om dit deel te beperken tot België, Nederland, Canada (British Columbia) en Engeland. De selectie vertrok van een long-list waarop vervolgens een aantal selectiecriteria werden toegepast. CONCLUSIE: Het belang van een nationaal/regionaal beleid voor kinder- en jeugd GGZ, geconcretiseerd in een duidelijk plan, is al langer bekend. Toch is de literatuur over organisatiemodellen binnen kinder- en jeugd GGZ weinig richtinggevend voor beleidsmakers. De twee belangrijkste modellen die in de literatuur aangetroffen werden geven enkel grote beleidslijnen van algemene aard aan. Bovendien zijn de wetenschappelijke studies in dit domein van beperkte kwaliteit en blijft een groot deel van de beleidsvraagstukken niet of onvoldoende onderzocht. Wel kan men uit het onderzoek ivm. het Systems of care besluiten dat de overheid niet enkel een betere zorgorganisatie en –coordinatie dient te stimuleren. Zij dient ook het ontwikkelen en verspreiden van doelmatige therapeutische concepten te bevorderen. Het onderzoek ivm. preventie en behandeling van angststoornissen via scholen toont aan dat men moet durven zoeken naar oplossingen in samenwerking met andere sectoren buiten de gezondheidszorg. In de bestudeerde landen gaan de hervormingen uit van theoretische denkkaders die gebaseerd zijn op belangrijke ethische principes en waarden; deze overlappen in belangrijke mate tussen de verschillende landen. Echter, bij het praktisch realiseren van dit denkkader ondervindt men talrijke moeilijkheden, en in een aantal gevallen mislukt men in de vooropgestelde doelstellingen. Over het daadwerkelijke resultaat van de gevoerde hervormingen zijn er meestal weinig harde gegevens. Wellicht kan men pas tot een positief resultaat komen als zowel klinische, organisatorische, als financiële aspecten alle tegelijk aangepakt worden; en als ook de eigenheid van elk van de betrokken sectoren daarbij niet uit het oog verloren wordt. In de volgende faze van deze studie zullen samen met de Belgische stakeholders voorstellen voor hervormingen geformuleerd worden. De resultaten hiervan worden afzonderlijk gepubliceerd

    Child sexual behavior inventory: a Dutch-speaking normative sample

    No full text
    Objectives. To describe normative sexual behavior in Dutch-speaking children; to assess the frequencies of different types of sexual behaviors reported in children by their parents; to analyze the relation of these sexual behaviors to demographic, personal, familial, and general behavioral variables; and to compare the Dutch-speaking sample with American samples. Method. Nine hundred seventeen children (2-12 years of age), screened to exclude sexual abuse, were rated by their caregiver via parent report consisting of the translated Dutch version of the Child Sexual Behavior Inventory, the Child Behavior Checklist, a life event checklist, and a questionnaire assessing family nudity and parental attitudes regarding sexuality. Results. Frequencies of a wide variety of sexual behaviors for 2- to 5-, 6- to 9-, and 10- to 12-year-old children are presented. Sexual behavior was found to be related to the child's age, maternal education, family nudity, and parental attitudes toward sexuality. The positive relation to general behavioral problems was confirmed. Findings were primarily similar to previously published American studies. Conclusion. Our study confirms that sexual behavior in children is varied and related to developmental, personal, and familial factors. The relative frequency of the wide variety of sexual behaviors in a Dutch-speaking normative sample is comparable to American samples

    Psychiatrische aandoeningen bij mucoviscidose: een overzicht

    No full text
    De gemiddelde levensverwachting van patiënten met mucoviscidose is de laatste twintig jaar sterk toegenomen Dit leidt niet automatisch tot een even grote toename van de levenskwaliteit De intensieve therapieën en de beperkingen die de ziekte meebrengt vragen een sterke psychosociale aanpassing van de patiënt en zijn omgeving. In dit artikel wordt het voorkomen van psychiatrische aandoeningen bij patiënten met mucoviscidose beschreven Er is hierover veel inconsistentie in de literatuur Veel heeft te maken met de methodologie van de studies Als algemeen besluit kan gesteld worden dat het psychosociale functioneren van de patiënten vrij gelijklopend is met dat van de algemene bevolking tot de ziekte ernstiger wordt Toch is er evidentie dat de prevalentie van een aantal psychiatrische symptomen en stoornissen significant gestegen is Er is een duidelijke evolutie in de aard van de psychiatrische symptomatologieën volgens de leeftijdscategorie Bij kinderen komen voornamelijk gedragsstoornissen en een verstoord eetgedrag voor Bij adolescenten en volwassenen is voornamelijk het voorkomen van angstsymptomen en klinische depressies significant verhoogd in vergelijking met de algemene bevolking evenals de symptomen passend bij atypische eetstoornissen. Ook het opvolgen en behandelen van de geestelijke gezondheid zou dus deel moeten uitmaken van de totale aanpak van de ziekte

    De psychische gezondheid van leerlingen op school : een noodzaak binnen de lerarenopleiding?

    No full text
    Prevalence rates show an increase in behavioural and emotional problems in children and adolescents. Because of the daily contacts with their students, teachers are ideally placed to detect these mental health problems within their students. Despite the need teachers themselves express to learn more about this subject, and despite the explicit requirements that the Flemish government has specified in the teacher competence profile, the current teacher training curriculum all too often fails to deal with the subject satisfactorily. This article proposes to address this need by means of a web-based learning platform

    Bilateral striatal necrosis with a novel point mutation in the mitochondrial ATPase 6 gene

    No full text
    A 2.5-year-old boy with bilateral striatal lesions is reported. Using polymerase chain reaction-single-strand conformation polymorphism analysis and direct DNA sequencing, a novel point mutation (T to C) at nucleotide 8851 of the mitochondrial DNA (mtDNA) was identified, This mutation changes a highly conserved tryptophan to arginine in subunit 6 of the mtATPase gene, The mutation was nearly homoplasmic and maternally inherited, This is the first published report of a mutation in the mtDNA in bilateral striatal degeneration, It is possible that other cases of bilateral striatal degeneration have been caused by mutations in the mtATPase 6 gene or genes encoding other subunits of the mtATPase; and therefore the mtATPase genes should be examined in children with this condition
    corecore